De kracht van het ontvangen: over balans, zelfzorg en herstel
- Sofie Hermans

- 11 minutes ago
- 4 min read

Er zijn zinnen die blijven hangen. En nazinderen.
Bij mij was dat deze: “de kracht van het ontvangen”.
Het klonk eenvoudig, bijna banaal. Maar het raakte iets diep in mij.
Want ontvangen, écht ontvangen, dat kunnen we vaak niet meer zo goed.
Geven voelt veiliger.
We hebben van kinds af aan geleerd dat geven nobel is.
Wie geeft, is goed. Zorgzaam. Betrouwbaar.
We prijzen mensen die altijd klaarstaan voor anderen.
Maar wie alleen maar geeft, raakt op een dag leeg.
Zonder het te merken, loop je op je tenen. Je brandt stilaan op in goede bedoelingen.
In systemisch werk spreken we over balans in geven en nemen.
Die balans is essentieel: in relaties, teams, gezinnen, organisaties.
Als de ene blijft geven en de andere vooral ontvangt, ontstaat er spanning.
Want geven zonder ontvangen, dat is géén gulheid meer. Dat is controle.
Wie geeft zonder te kunnen ontvangen, plaatst zichzelf boven de ander.
Alsof de één redder is, en de ander behoeftig.
En dat maakt de ander kleiner, afhankelijk.
Zo subtiel gebeurt dat, vaak met de beste bedoelingen.
De gever in ons
“Ik ben een gever” of “ik doe alles voor mijn team” hoor ik soms in mijn praktijk.
En meestal klinkt daar trots in door.
Tot we samen ontdekken wat eronder ligt.
Want altijd geven, dat is ook een beschermingsmechanisme.
Een manier om geliefd te blijven.
Een manier om niet te hoeven voelen wat je zélf nodig hebt.
Het vrije kind dat ooit dacht: “Als ik mijn best doe, houden ze van me.”
Dat kind wordt een volwassene die blijft zorgen, regelen, doen.
Niet uit overvloed, maar uit angst. Angst om niet genoeg te zijn.
Perfectionisme als copinggedrag
Perfectionisme is vaak niets anders dan een oud patroon.
Een kind dat voelde dat liefde of waardering voorwaardelijk was, leerde zich aanpassen, zorgen, presteren.
En dat doet het volwassen ik vandaag nog steeds:
zorgen voor anderen, soms dwangmatig,
conflicten vermijden, verwachtingen inslikken,
geen hulp kunnen vragen,
zichzelf wegcijferen,...
Met alle gevolgen van dien.
Op het werk: te groot verantwoordelijkheidsgevoel, te veel hooi op je vork, nooit nee zeggen.
In relaties: spanning, teleurstelling, uitputting.
Blijven doorgaan: de rode loper naar burnout
Niet luisteren naar signalen.
Je grenzen niet respecteren.
Ziek zijn telt niet.
Opgeven is voor losers.
En als het te lang doorgaat, ligt uitputting op de loer.
Fysiek en mentaal laat het zich voelen.
Hoofdpijn, spierpijn, huidproblemen, slaapproblemen, angstaanvallen, …
Ik kan ervan meespreken. Ze zijn allemaal de revue gepasseerd.
Ik heb door scha en schande geleerd om naar mijn lichaam te luisteren.
Echte zelfzorg begint precies daar:
bij het luisteren naar wat je lijf al lang probeert te zeggen.
Het is verantwoordelijkheid nemen voor je eigen energie, keuzes en tempo.
Zelfs al is dat eng.
Want luisteren naar je lichaam,
is luisteren naar de delen van jezelf
die je hoofd al lang had overstemd.
Het systemische evenwicht herstellen
In elke relatie, privé of professioneel, is er een natuurlijke stroom van geven en ontvangen.
Als die stroom stokt, verdwijnt de vitaliteit.
Ook in organisaties speelt dat evenwicht een grote rol.
Medewerkers die met hart en ziel geven – tijd, energie, betrokkenheid –
hebben ook nood aan momenten van erkenning, waardering en herstel.
Wanneer die terugstroom uitblijft, gaat er iets subtiel schuiven in het systeem:
motivatie vermindert, de energie zakt, kleine frustraties stapelen zich op.
En als die disbalans te lang aanhoudt, raakt niet alleen de energie, maar ook de verbinding zoek met jezelf, met je werk, met anderen.
Dat is vaak het begin van een dieper proces van uitputting.
Niet enkel door werkdruk, maar door het ontbreken van evenwicht, erkenning en ruimte om te herstellen.
Ontvangen vraagt moed
Ontvangen is niet zwak. Het vraagt moed.
Om hulp toe te laten.
Om complimenten te aanvaarden zonder ze weg te wuiven.
Om een grens te stellen en te zeggen: “nu even niet.”
Om ruimte te nemen zonder schuldgevoel.
Ontvangen is jezelf toestaan om mens te zijn.
Niet altijd sterk, niet altijd beschikbaar.
En in die kwetsbaarheid zit net verbinding.
Want als ik kan ontvangen, geef ik de ander ook de kans om te geven.
En zo ontstaat er echte wederkerigheid.
Het verschil tussen ontvangen en nemen
Ontvangen is toelaten wat er naar je toe komt: de waardering, de hulp, de liefde.
Maar nemen vraagt iets anders:
het is een bewuste daad.
Je neemt verantwoordelijkheid.
Je neemt je plek in.
Je neemt het leven met alles wat erbij hoort, de schoonheid én de pijn.
Zonder te nemen, kun je eigenlijk ook niet echt ontvangen.
Wie niet durft te nemen, blijft wachten tot iets gegeven wordt.
Maar pas als je neemt, stroomt het leven echt door jou heen.
Ontvangen is openstaan.
Nemen is instappen.
De kracht van het ontvangen: een uitnodiging tot zelfzorg
Sta eens stil bij deze vragen:
Waar geef ik te veel, zonder te ontvangen?
Wat maakt het voor mij moeilijk om te nemen?
Wat zou er gebeuren als ik dat vandaag eens wél deed?
Misschien is dat precies wat jouw systeem nodig heeft:
een kleine beweging van ontvangen.
Een compliment aannemen.
Een middag rust nemen.
Een taak delegeren.
Of gewoon even “dank je” zeggen.
En het écht voelen.
Wie nooit ontvangt, ontneemt de ander de kans om te geven.
Wie nooit neemt, blijft aan de zijlijn van het eigen leven staan.
En jij?
Wat zou er veranderen in jouw leven of werk
als je wat minder zou geven,
en wat vaker zou durven ontvangen of bewust nemen?
Durf het uit te proberen.
Vandaag.
Bij iets kleins.
En voel wat er dan verschuift.

♡ Wil je dit soort inspiratie ook rechtstreeks ontvangen?
Schrijf je dan hier in.





